Evelyn in de Zuiderhaven van Harlingen 1974
Evelyn in Harlingen 1974
De afgelopen week voeren Minse en Murk de van der Veen de Harlinger haven binnen met hun nieuwe vissers-boot. Dit scheepje zal de HA 74 moeten vervangen waarmee ze enkele weken terug nog ter visvangst gingen. Intussen heeft het scheepje al veel bekijks gekregen omdat het in zekere zin nogal afwijkt van de in Nederland gangbare visserschepen. Minse en Murk van der Veen hebben dit scheepje in Denemarken gekocht en hopen er over enige tijd mee op visvangst te kunnen gaan.Het is een houten schip geworden en reeds vele liefhebbers kwamen voorzichtig informeren of het mischien te koop zou zijn. De teruglopende visvangsten en de steeds stijgende olieprijzen hebben er toe bijgedragen dat de gebroeders Van der Veen hun kotter verkochten maar Minse en Murk wilden de visvangst niet de rug toekeren vandaar dat zij uitzagen naar een scheepje waarmee zij goedkoper zouden kunnen vissen.
Belangstelling
Nu het scheepje in de Zuiderhaven ligt trekt het veel bekijks van de passanten. Hoewel iedere Harlinger gewend is aan kotters en andere visserschepen in de haven is de verschijning van de E-292 toch wel opvallend. Het schip is verder uitgerust met een zeil waardoor men als het ware de reis zeilend kon maken. Toch is het zeil hiervoor niet bedoeld. het zeil is meer bedoeld om het schip minder te laten slingeren.
Besparing
In vergelijking met de visvangst zoals dit op de HA 74 gebeurde, is dit een enorme besparing aan olie kosten. Het was geen uitzondering als men met de vroegere HA 74 zo’n 17.000 liter olie verstookt. Als men berekent dat de prijs van de olie schommelt tussen de 25 en 29 cent dan komt men al spoedig tot de conklusie dat een week vissen zo’n 4500 gulden aan oliekosten met zich meebrengt. Als je hierbij optelt de kosten voor rente en afschrijving dan moet er eerst heel wat bijeengevist worden alvorens men aan de werkelijke winst toe is.Deze hoge olieprijzen waren er naast de teruglopende visvangst, de oorzaak van dat de broers van de Veen besloten een punt achter de HA 74 te zetten. Met deze nieuwe aanwinst heeft men zo’n 400 ltr. olie nodig, men hoeft dus nu ook minder te vangen om een redelijk bestaan te verwerven.Het schip is uit gerust met een 1 cilinder dieselmotor met een vermogen van 65 PK. Niet-ingewijden koesteren dan ook al spoedig de gedachte dat het zich in een bepaalde ouderwetse staat bevindt. Niets is echter minder waar want de motor is er in 1967 ingebouwd en kan nog heel wat jaartjes mee.
Denemarken
Om een schip te kunnen kopen maakten zij een reis naar Noorwegen en Denemarken omeens te kijken wat er zoal op de markt zou zijn. In de haven van Esbjerg zagen zij de E-292 Evelyn liggen en vernamen dat dit schip te koop was. Na een voorlopig koopkontract vertrokken Minse en Murk weer naar Harlingen om eens te gaan overlegen wat ze zouden gaan doen. Na een periode van overleg vertrokken ze weer naar Denemarken om de koop af te sluiten. Ze gingen echter niet over een nacht ijs, vandaar dat het schip eerst op de werf ging zodat ze de onderkant van het schip aan een nauwkeurige inspectie kon onderwerpen. Het schip bleek echter in een zeer goede staat te verkeren en na enkele dagen van instuctie omtrent het motorische gedeelte van het schip, begonnen Minse en Murk hun reis naar Harlingen op hun nieuwe schip.
Om een schip te kunnen kopen maakten zij een reis naar Noorwegen en Denemarken omeens te kijken wat er zoal op de markt zou zijn. In de haven van Esbjerg zagen zij de E-292 Evelyn liggen en vernamen dat dit schip te koop was. Na een voorlopig koopkontract vertrokken Minse en Murk weer naar Harlingen om eens te gaan overlegen wat ze zouden gaan doen. Na een periode van overleg vertrokken ze weer naar Denemarken om de koop af te sluiten. Ze gingen echter niet over een nacht ijs, vandaar dat het schip eerst op de werf ging zodat ze de onderkant van het schip aan een nauwkeurige inspectie kon onderwerpen. Het schip bleek echter in een zeer goede staat te verkeren en na enkele dagen van instuctie omtrent het motorische gedeelte van het schip, begonnen Minse en Murk hun reis naar Harlingen op hun nieuwe schip.
Andere Vismethode
Doordat de vismethode enigszins afwijkt van de kotter-visvangst behoeft men ook geen zware motor op het schip, hetgeen weer een enorme brandstofbesparing met zich meebrengt. Het schip is uitgerust met een 70 PK 1 cilinder Hundested motor die het schip overal kan brengen. Het ligt in de bedoeling dat Minse en Murk met het schip gaan vissen op tong en kabeljauw op de Noordzee met zgn. ,staande netten, . In plaats van dat het net over de zeebodem wordt getrokken wordt er nu een net uitgezet waarin de vissen moeten zwemmen.Zo’n staand net kan wel een lengte hebben van een kilometer wat uitgezet gaat worden in de middag. Na het uitzetten gaat men dan een nachtje slapen en de volgende dag gaat men kijken hoe groot de oogst aan zeebanket zal zijn.De onderzijde van het net is verzwaard met stukjes lood terwijl aan de bovenzijde van het een groot aantal drijvers worden bevestigd waardoor het net in een lang lint op de zeebodem drijft. Iedere vis die tegen het net aanzwemt raakt verward in de mazen en vervolgens opgevist, als het tenminste niet heeft weten los te komen.